Vennootschappen moeten jaarlijks aangifte doen van hun betalingen aan “belastingparadijzen”, indien het totaal bedrag ervan gedurende het belastbare tijdperk een minimumbedrag van 100.000 euro bereikt.
Op deze “OESO-lijst” fungeert sinds kort ook Luxemburg, wat impliceert dat alle betalingen die rechtstreeks of onrechtstreeks worden verricht aan personen die in Luxemburg zijn gevestigd moeten worden aangegeven voor alle belastbare tijdperken vanaf 1 december 2013.
Worden de betalingen niet aangegeven, dan wordt de aftrek ervan sowieso verworpen. Maar ook als zij worden aangegeven, dan kan de aftrek verworpen worden, met name als de belastingplichtige niet kan bewijzen dat de betalingen verricht zijn in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen én met personen andere dan artificiële constructies.
Niet alleen de aftrekbare kosten moeten aangegeven worden, maar ook alle effectieve betalingen in geld of natura. Daarnaast moeten niet enkel de eigen betalingen worden aangegeven, maar ook de betalingen in naam en/of voor rekening van derden.
De aangifte moet gebeuren via het formulier 275F dat aan de jaarlijkse aangifte in de inkomstenbelasting worden toegevoegd.
Bron: Fiscoloog