Wie een eigen zaak uitbouwt, hoopt vaak dat zijn eigen kinderen de zaak later zullen verder zetten of dat iemand anders de zaak kan overnemen en zo de continuïteit verzekert.
Bij een eenmanszaak is de opvolging of een overname uitwerken vaak een moeilijke kwestie. Bij een eenmanszaak is er geen duidelijke splitsing tussen het privévermogen van de zelfstandige en het vermogen van de zaak. Dat maakt dat het zeggenschap over de eenmanszaak niet te scheiden is van de economische waarde en een eenmanszaak dus niet zomaar op te splitsen valt.
Bij een vennootschap werkt men echter met aandelen en dat maakt dat de opvolgingskwestie makkelijker en preventief geregeld kan worden. Men kan om verschillende redenen de aandelen eenvoudiger – en meestal ook voordeliger – overdragen en verdelen onder de kinderen. Daarnaast is er ook een scheiding van het privévermogen en het vermogen van de vennootschap, waardoor uw zaak onder minder zal lijden onder mogelijke tegenslagen binnen het huwelijk.